When our daughter, Laura, became a Christian Reformed pastor in 2017 I had no idea that we had generations of ‘dominees’ in our family, as far back as the Dutch Reformation. But recent work with My Heritage has uncovered five centuries of faithfulness and a fascinating story line connecting a 16th century priest with my progeny. In between, almost all of the story’s characters are my direct ancestors.

If you’d like to climb the tree yourself, enter here: Antje Johnanes Reneman (wife of Cornelis Annes de Jong)

Our summer’s quest (Henry and Wendy’s) is to explore the places that figure in this story; Groningen, Leeuwarden, Terschelling, a few Hanseatic league cities and even a bit of the Spanish oppressor’s domain.

I dedicate this to my father Herman de Jong, one Herman of many before him. That he (as I) aspired to the pulpit, albeit in unorthodox ways, finds its roots in covenants passed on by family and community for a very long time.

Henry de Jong

Volledige Cirkel

Feito Ruardi duikt rond 1520 op uit de middeleeuwse nevelen, een half millennium geleden. Het archief vermeldt nog een vader die 30 jaar eerder is geboren, maar geen details en verder niets over de generaties die nog verder teruggaan in het labyrint van mijn stamboom. Want Feito is mijn directe voorouder, twaalf generaties terug.

Er zijn in totaal 4.094 mensen die aanspraak kunnen maken op mijn directe voorouders in de lijn van de twaalfde generatie. Maar ik ken er (tot nu toe) maar enkele. Feito woonde in Friesland en Groningen — noordelijke, kustprovincies in wat nu Nederland is. Ik heb een gevoelige neus voor Nederlandse namen, en deze leek niet te kloppen. Mijn eerste gok was dat hij uit Italië kwam om zijn beroep uit te oefenen. Maar nee, de naam Ruardi komt het meest voor in Nederland, en My Heritage geeft duidelijk aan dat Feito in Friesland is geboren.

De Reformatie, begonnen door Maarten Luther slechts drie jaar voor Feito’s geboorte, bereikte Nederland een generatie later, dus toen Feito (misschien in zijn tienerjaren) de orde opnam en priester werd, was het calvinisme net in opkomst. Wat Feito bezielde om zijn geloofsreis te beginnen en vol te houden weten we niet, maar het was sterk genoeg om van hem een invloedrijke, zelfs beroemde figuur te maken. Misschien was hij bijzonder begaafd (misschien ook bevoorrecht), maar zijn geloof werd ook gedragen op de top van een immense culturele golf.

Familie

Gelukkig voor mij volgde Feito de standaardpraktijk van hervormingsgezinde priesters door het celibaat af te schaffen en in 1550 op de nog redelijk jonge leeftijd van 30 met Grietje te trouwen (zonder dit huwelijk zou ik mezelf niet zijn). Tegen die tijd was de evangelisch ingestelde pater Ruardi aan het bijverdienen als pastoor Ruardi en had hij de basis gelegd voor een hervormede kerk in Groningen, die zich in het geheim ontwikkelde en ‘s nachts bijeenkwam.

Feito en Grietje brachten in 1560 een dochter ter wereld, Klasske. Dit was slechts vijf jaar nadat keizer Karel V de lage landen (en Spanje) had afgestaan aan Filips II, en een jaar nadat Willem de Zwijger was aangesteld als gouverneur van een groot deel van Holland. Klasskes jeugd viel samen met Willems langzame overgang van trouwe rooms-katholieke, Spaanse bondgenoot naar verbannen, vrijheidsstrevende calvinist in 1573, en met enorme onrust en opstand in de Nederlanden, culminerend in een onafhankelijkheidsverklaring in 1581, Klaaskes 21e jaar. Het grootste deel van de Tachtigjarige Oorlog om die onafhankelijkheid te consolideren (1568 – 1648) moest nog komen.

Te midden van de Spaanse overheersing en bezetting, en de periodieke vervolging van calvinisten, ging het leven door en Klaaske trouwde met Harmen Kolde, een prille predikant en wellicht protegé van Ruardi. Ze waren beiden nog maar achttien, en binnen een jaar kregen ze hun eerste kind (1579). In de jaren 90 was Kolde een van de vier prestigieuze predikanten in Leeuwarden, waar Ruardi ook had gediend, en waar meer kinderen, waaronder Grietje (1590), werden geboren.

Grietje

Grietje was twaalf toen grootvader Feito overleed. Tegen die tijd had Ds. Ruardi de eerste provinciale synode te Groningen in 1577 gediend, de synode te Rolde in 1598 bijgewoond en datzelfde jaar de Drentsche Kerkorde mede ontworpen, waarschijnlijk in samenwerking met schoonzoon Harmen Kolde, die door graaf Willem Lodewijk was uitgezonden om in Drenthe kerkplantingen te doen. Willem Lodewijk had slechts enkele jaren eerder (1594) met hulp van Engelse en Schotse troepen een succesvol beleg van Groningen uitgevoerd om de Spanjaarden te verdrijven. Het gevolg was dat het katholicisme vrijwel werd uitgebannen, het calvinisme onbelemmerd zijn gang kon gaan en Groningen zich aansloot bij de Nederlandse Republiek die haar gouden eeuw inging.

Grietje (II) trouwde pas op 33-jarige leeftijd, misschien in afwachting van de jongere (tien jaar) Hermanus Reneman. Hermanus, een van de middelste Reneman jongens, werd lakenkoopman. De vader van de jongens, Karst, was burgemeester van Leeuwarden van 1602 tot zijn dood in 1605. Maar het meest opmerkelijke was dat toen Grietje trouwde, zij nog twee grootvaders kreeg die predikant waren; Ds. Hermanus Karstens Reneman en Ds. Wilhelmus Bras, beiden geboren in 1540. En onder haar ooms Reneman waren Cornelius Reneman, een andere predikant, en Johan Hermanus Reneman, een militaire commissaris.

Grietje en Hermanus kregen veertien kinderen in hun 16-jarige huwelijk, dat in 1639 werd beëindigd, toen Grietje blijkbaar in het kraambed overleed. Van deze kinderen werden Herman Hermanus (1633) en Daniël Hermanus (1636) ook predikant. De eerste van hen, Herman, is mijn directe voorvader, dus ook die van mijn vader Herman. Hij was de derde poging om de familienaam voort te zetten. De eerste twee zonen van Hermanus leefden slechts één en zes jaar.

Verplaatsen

De 113 jaar, vier generaties lange lijn van predikanten stopte met Herman, maar niet voordat hij er nog een paar bij kreeg door op 21-jarige leeftijd met Janke Hilarius te trouwen. Janke’s vader was Ds. Johannes Hilarius, en haar moeders vader en broer waren respectievelijk Ds. Johannes Papma en Ds. Franciscus Papma. Herman en Janke hadden slechts enkele kinderen, waarvan er één, Johannes Hermanus (1657) meer dan een paar vrouwen had. Predikanten hadden, toen en nu, de neiging om te verhuizen, zo werd Johannes geboren in Anjum aan de noordkust. Johannes ging naar de universiteit, maar er zijn geen gegevens over zijn beroep. Ik denk dat hij een beetje een PK zwervende rebel was.

De eerste twee vrouwen van Johannes stierven jong, dus in 1700 trouwde hij met Ytje Lieuwes Amminga en kreeg nog vier kinderen naast de eerste drie. Misschien was Ytje een eilandbewoner van geboorte, maar om wat voor reden dan ook vestigde de familie Reneman zich in Nes, net over de Waddenzee op het eiland Ameland, waar Johannes en Ytje begraven liggen. Van hun vier kinderen zette Antje Johannes (1702) mijn familielijn voort door te trouwen met Gerke Cornelis Bakker.

Welnu, Gerke was schipper en heeft Antje waarschijnlijk voor het eerst gezien toen hij op stap was, aangemeerd in de haven van Nes, en moet haar vervolgens een tijdje per boot het hof hebben gemaakt voordat hij in 1729 met Antje Johannes Reneman trouwde en haar mee naar huis nam. Hier komt de familie eindelijk op bekend terrein, want Gerke Bakker werd geboren in West-Terschelling, waar mijn grootvader Hinne de Jong zo’n 192 jaar later werd geboren, en waar Gerke en Antje na verloop van tijd een schoonzoon kregen met de naam Cornelis Annes de Jong.

Terschelling

Elke samenloop van culturen is even intrigerend als productief. Antje, met de naam Reneman en enig idee althans van het stadsleven, de religieuze en geleerde eruditie en het hoge sociale aanzien van haar voorouders, en vervolgens echtgenoot Gerke met schoonzoon Cornelis, die waarschijnlijk enige tijd scheepsmaten waren en wier families generaties lang gewoon op het eiland Terschelling hadden gewoond. Ik kan me voorstellen dat dit contrast scherp werd gevoeld toen de mogelijkheden voor familiebezoek de eilandbewoners naar de stadsstraten van Harlingen en Leeuwarden brachten, en de stedelingen naar de duinen en brede stranden van het eiland.

Terschelling zelf werd lange tijd verscheurd door een tweedeling: zij die het land bewerkten en zij die de zee opgingen. Onder de verre zeevaarders kan men geen provinciale houding aannemen. Cornelis’ vader was ook schipper, en zijn overgrootvader, Anne Cornelis de Jong (1620 – 1696), was kapitein geweest op het schip “De Blauwe Leeuw” in de marine van Willem III (Koning van Engeland, Schotland en Nederland), mogelijk in de Negenjarige Oorlog. Anne Cornelis was inderdaad wereldwijs genoeg om burgemeester van West-Terschelling te zijn geweest.

In de drie generaties tussen Cornelis en mijn grootvader Hinne richtten de Jongs zich weliswaar op de landbouw, maar ze behielden waarschijnlijk hun zeebenen en perspectief. Een van de broers van mijn grootvader, Pieter, ging op 13-jarige leeftijd naar zee, diende in WO I bij de Koninklijke Nederlandse Marine, werd in 1921 kapitein op een koopvaardijschip en vervolgens kapitein op verschillende schepen in WO II, waarvan de eerste door Duitse duikbommenwerpers tot zinken werd gebracht. Ik had het voorrecht Oom Piet in 1974 als achttienjarige jongen te ontmoeten en op het strand te zitten.

Mijn grootvader, Hinne, koos als dienstplichtige uit de Eerste Wereldoorlog voor het werken met paarden en vertrok daarna voor werk, waarbij hij al snel opzichter werd van ontginningen en onderhoud. Toen ze met pensioen gingen, maakten mijn grootouders de cirkel rond naar Groningen, waar Feito Ruardi tien generaties geleden de eerste hervormde kerk had geplant.

Radicale Verschuiving

Toen was de gesloten kringloop van familiegeschiedenis en culturele continuïteit al verbroken. Vierhonderd jaar lang circuleerden mijn voorouders in een gebied ter grootte van het Niagara-schiereiland, waarbij ze eenvoudigweg gelijke tred hielden met geleidelijk veranderende tijden. Maar de naoorlogse emigratie, met een hoogtepunt in 1953, in combinatie met de daarna steeds snellere technologische en culturele veranderingen, hebben mijn stamboom ver van de gebaande paden geworpen.

Te midden van zo’n radicale verschuiving zie je familieleden zich vastklampen aan hun leven. Mijn ouders, die op 21- en 19-jarige leeftijd naar Canada kwamen, konden het oude land nooit uit hun hoofd zetten. Binnen hun grote diaspora plantten ze druk kerken, scholen en gemeenschappen over op de nieuwe grond, waarbij ze hun banden en tradities zo goed mogelijk in stand hielden. Maar zelfs “thuis” waren de oude gebruiken niet opgewassen tegen de vooruitgang, en bij een bezoek aan hun land werden de dingen steeds minder vertrouwd.

Er is zoveel veranderd tussen 1520 en 2020, vooral in de afgelopen zeventig jaar. Het milieu dat tien generaties adem gaf, is gesmolten tot enkele plassen op onze Noord-Amerikaanse parkeerplaats vol culturele relikwieën en flitsende, nieuwe attracties. Sommige dingen blijven bestaan — het ritme van eten, slapen en werken, de bereiding en bevrediging van een lekkere stamppot, het gevoel van familiale vertrouwdheid — maar het landschap lijkt bijna onherkenbaar.

Geloof

Wat ik dan opmerkelijk vind, is de hardnekkigheid van het geloof. Ik ben er niet zeker van dat het bij een van mijn vroege voorouders aanslaat, behalve bij een bijzonder grote groep predikanten. Voor zover ik weet kan Cornelis Annes de Jong een boef zijn geweest, die door de vroomheid van zijn vrouw Neeke aan het lijntje werd gehouden. Maar het lijkt me niet verstandig om de cynische, seculiere veronderstelling aan te nemen dat alle religieus geloof een onverlichte onwetendheid is.

Ik ga dus uit van wat ik weet, persoonlijk en historisch – het diepe, uitgesproken geloof van mijn grootouders en ouders, tantes en ooms, broers en zussen en neven – en de onbetwistbare kracht van een 500 jaar oude hervormde traditie die vanuit Nederland de wereld in straalt. Dit geloof van mijn voorouders overstijgt religie en denominatie. Het stroomt ongehinderd door de Rooms-Katholieke Kerk, de Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerk, de Christian Reformed Church en een mengelmoes van mutaties.

Het geloof wordt ongetwijfeld gedragen door de gemeenschap wanneer het wankelt, en kan zelfs een tijdlang overspoeld lijken. Maar de vonken die het levend houden zijn onuitblusbaar en we zien het steeds weer helder branden. Dertien generaties nadat Feito Ruardi de eerste dominee in mijn familielijn werd, reikt die lijn langs mij heen naar een nakomeling die dezelfde roeping aanneemt en met dezelfde welsprekendheid, dezelfde boodschap verkondigt. Ik twijfel er niet aan dat die twee elkaar grondig zouden begrijpen als ze elkaar konden ontmoeten.

De tijden zijn veranderd, maar in de essentie van wie wij zijn, zie ik dat Feito’s geloof de cirkel rond is. De te snelle omwentelingen van levens – geboren worden en sterven – kunnen nogal duizelingwekkend lijken, maar in Gods grote kraal, waar de generaties losjes op een lange lijn zijn gehouden, zelfs terwijl de grond verschuift, is de grote boog duidelijk te zien.

Full Circle

Feito Ruardi emerges out of the mediaeval mists some time around 1520, a full half millennium ago. The records name a father yet, born 30 years earlier, but no details and nothing else of the generations that stretch back still further through the labyrinth that is my family tree. For Feito is my direct ancestor, twelve generations back.

There are altogether 4,094 people who can claim to be my direct ancestors at the 12th generation line. But I know (so far) only a few of them. Feito lived in Friesland and Groningen — northern, coastal provinces in what is now the Netherlands. I have a sensitive nose for Dutch names, and this one seemed off. My first guess was that he had come in from Italy to pursue his vocation. But no, the Ruardi name is most common in The Netherlands, and My Heritage indicates quite clearly that Feito was born in Friesland.

The Reformation, begun by Martin Luther just three years prior to Feito’s birth, reached Holland a generation later, so when Feito (perhaps in his teens) took holy orders and became a priest, Calvinism was just emerging. What possessed Feito to embark on and persist in his faith journey, we do not know, but it was strong enough to make him an influential, even renowned figure. He may have been especially gifted (perhaps also privileged), but his beliefs were also carried high on the crest of an immense cultural wave.

Family

Fortunately for me, Feito followed the standard practice of reforming priests, casting celibacy aside and marrying Grietje in 1550 at the still reasonably young age of 30. (Without this marriage I would not be me). By that time, the evangelically minded Father Ruardi was moonlighting as Pastor Ruardi, having laid the foundations for a Reformed Church in Groningen, developed in secret and meeting at night.

Feito and Grietje brought one daughter, Klasske, into the world in 1560. This was only five years after Emperor Charles V had abdicated the low countries (and Spain) to Philip II, and a year after William the Silent was appointed governor of much of Holland. Klasske’s childhood coincided with William’s slow transition from faithful Roman Catholic, Spanish ally to exiled, freedom-fighting Calvinist in 1573, and with tremendous unrest and rebellion in the Netherlands, culminating in a declaration of independence in 1581, Klaaske’s 21st year. Most of the Eighty Years’ War to consolidate that independence (1568 – 1648) was still to come.

In the midst of Spanish domination and occupation, and the intermittent persecution of Calvinists, life went on and Klaaske married Harmen Kolde, a fledgling pastor and perhaps protégé of Ruardi. They were both but eighteen, and within a year had their first child (1579). By the 90s, Kolde was one of four prestigious pastors in Leeuwarden, where Ruardi had also served, and where more children, including Grietje (1590), were born .

Grietje

Grietje was twelve when grandfather Feito died. By that time Ds. Ruardi had served the first provincial Synod at Groningen in 1577, attended the synod at Rolde in 1598 and, that same year, co-designed the Drentsche Church Order, probably in cooperation with son-in-law Harmen Kolde, who had been sent by Count William Louis to do church planting in Drenthe. William Louis had, just a few years earlier (1594), with the help of English and Scottish troops, executed a successful siege of Groningen to oust the Spanish. As a result, Catholicism was all but eliminated, Calvinism became unhindered and Groningen joined the Dutch Republic entering into its golden age.

Grietje (II) did not marry till she was 33, perhaps waiting for the younger (by ten years)  Hermanus Reneman to come of age. One of the middle Reneman boys, Hermanus became a cloth merchant. The boys’ father, Karst, had  been mayor of Leeuwarden from 1602 till his death in 1605. But most notably, when Grietje married, she came to have two more grandfathers who were pastors; Ds. Hermanus Karstens Reneman and Ds. Wilhelmus Bras, both born in 1540. And among her Reneman uncles were Cornelius Reneman, another pastor, and Johan Hermanus Reneman, a military commissioner.

Grietje and Hermanus had fourteen children in their 16 years of marriage, cut short in 1639, when it seems Grietje died in childbirth. From among these children, Herman Hermanus (1633) and Daniël Hermanus (1636) also became pastors. The first of these, Herman, is my direct ancestor, so also that of my father Herman. His was the third shot at continuing the family name. The first two Hermanus sons lived only for one and six years.

Relocation

The 113 year, four generation long line of pastors stopped with Herman, but not before he grandfathered in a few more by marrying Janke Hilarius at the age of 21. Janke’s father was Ds. Johannes Hilarius, and her mother’s father and brother were, respectively, Ds. Johannes Papma and Ds. Franciscus Papma. Herman and Janke had only a few children, one of whom, Johannes Hermanus (1657) had more than a few wives. Preachers, then as now, tend to move around, so Johannes was born in Anjum on the north coast. Johannes did go to university, but there’s no record of his occupation. My guess is he was a bit of a PK wandering rebel.

Johannes’ first two wives died young, so in 1700 he married Ytje Lieuwes Amminga and had four more children to add to the first three. Perhaps Ytje was an islander by birth but, for whatever reason, the Reneman family settled in Nes, just across the Waddenzee on the island of Ameland, where Johannes and Ytje lie buried. Of their four children, Antje Johannes (1702) carried on my family line by marrying Gerke Cornelis Bakker.

Now, Gerke was a skipper and probably first laid eyes on Antje while out and about, docked in the harbour of Nes, and then must have courted for a while by boat before marrying Antje Johannes Reneman in 1729 and bringing her home. This is where the family finally comes to roost in familiar territory, for Gerke Bakker was born in West-Terschelling, where my grandfather, Hinne de Jong, was born some 192 years later, and where, in due time, Gerke and Antje acquired a son-in-law by the name of Cornelis Annes de Jong

Terschelling

Any confluence of cultures is as intriguing as it is productive. Antje, with the Reneman name and some idea at least of the city life, religious and scholarly erudition and high social standing of her forebears, and then husband Gerke with son-in-law Cornelis, who were probably some time ship-mates, and whose families had lived simply on the island of Terschelling for generations. I can imagine this contrast being keenly felt when opportunities for family visits brought islanders onto the city streets of Harlingen and Leeuwarden, and city folk to the island’s dunes and wide beaches.

Terschelling itself had long been riven by its own division; those who worked the land and those who set to sea. Amongst the far-ranging sailors there can be no assumption of provincial attitudes. Cornelis’ father was also a skipper, and his great-grandfather, Anne Cornelis de Jong (1620 – 1696), had been captain of the ship “De Blauwe Leeuw” in the navy of Willem III (King of England, Scotland and The Netherlands), possibly in the Nine Years’ War. Indeed, Anne Cornelis was worldly enough to have been mayor of West-Terschelling.

The de Jongs did turn to agriculture in the three generations between Cornelis and my grandfather Hinne, but they likely kept their sea legs and perspective. One of my grandfather’s brothers, Pieter, went to sea at the age of 13, served in the Royal Dutch Navy in WW I, became a merchant ship captain in 1921, and then captain of several ships in WW II, the first of which was sunk by German dive bombers. I was privileged to meet and sit on the beach with Oom Piet in 1974, as a lad of eighteen.

My grandfather, Hinne, elected to work with horses as a World War I conscript and left the island for work afterwards, quickly becoming a supervisor of land reclamations and maintenance. When they retired, my grandparents came full circle back to Groningen, where Feito Ruardi, ten generations ago, had planted the first Reformed Church.

Radical Shift

By then, the closed loop of family provenance and cultural continuity had already shattered. For four hundred years my ancestors circulated in an area the size of the Niagara Peninsula, simply keeping in step with gradually changing times. But post-war emigration, peaking in 1953, combined with the ever afterwards increasing rate of technological and cultural change, threw my family tree far off the beaten path.

In the midst of such a radical shift you can see family members hanging on for dear life. My parents, coming to Canada at ages 21 and 19, could never get the old country out of their minds. Within their large diaspora, they busily transplanted churches, schools and community onto the new soil, preserving ties and traditions as best they could. But, even back ‘home’, the old ways were no match for the march of progress, and visits there found things increasingly less familiar.

So much has changed between 1520 and 2020, most of it in the last seventy years. The milieu that gave breath to ten generations, has melted down into some puddles on our North American parking lot crowded with cultural relics and flashy, new attractions. Some things endure — the rhythm of eating, sleeping and working, the preparation and satisfaction of a tasty stamppot, the feeling of family familiarity — but the landscape seems almost unrecognizable.

Faith

What’s remarkable to me then, through all of this, is the persistence of faith. I can’t be sure of its traction with any one of my early ancestors, other than with a peculiarly large clutch of pastors. For all I know, Cornelis Annes de Jong may have been a scofflaw, feet held to the fire by the piety of his wife, Neeke. But it does not seem wise to adopt the cynical, secular assumption that all religious belief is an unenlightened ignorance.

So, I will go with what I know, personally and historically – the deep, articulate faith of my grandparents and parents, aunts and uncles, siblings and cousins – and the indubitable strength of a 500 year Reformed tradition radiating from the Netherlands into the world.  This faith of my ancestors transcends religion and denomination. It courses unhindered through the Roman Catholic Church, the Hervormde Kerk, the Gereformeerde Kerk, the Christian Reformed Church, and a mélange of mutations.

Faith is undoubtedly carried by community when it wavers, and may even seem swamped, for a time. But the sparks that keep it alive are unquenchable and we see it burning brightly again and again. Thirteen generations after Feito Ruardi became the first pastor in my family line, that line reaches past me to a descendant accepting the same call, and preaching with the same eloquence, the same message. I have no doubt that the two of them would understand each other, profoundly, if they could meet.

The times have changed, but in the essence of who we are, I see that Feito’s faith has come full circle. The too quick revolutions of lives – born to birth and die – can seem quite dizzying, but in God’s grand corral, where the generations have been held loosely on a longe line, even while the ground is shifting, the grand arc is clear to see.

One thought on “Full Circle

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Copied!